• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar

Logopediepraktijk Geldermalsen HomepageLogopediepraktijk Geldermalsen

Behandeling van logopedische problemen van baby's, peuters, kinderen, pubers en volwassenen

  • Home
  • Informatie
    • Over Logopediepraktijk Geldermalsen
  • Aanmelden
  • Na de aanmelding
  • Vergoedingen
  • Klachten
  • Wat is DTL?
  • Contact
    • Locatie Geldermalsen
    • Locatie Waardenburg
  • Baby’s of peuters
  • Kinderen op de lagere school
  • Pubers
  • Volwassenen

Afwijkende mondgewoonten

De tandenstand kan veranderen, met name onder invloed van de tong. De tong heeft de kracht om tanden naar voren te duwen. Om de natuurlijke ontwikkeling van het gebit zo optimaal mogelijk te laten verlopen, adviseert de tandarts soms om naar een logopedist te gaan. Wij kunnen uw kind helpen de tongplaatsing en de tongbeweging, zoals bij het eten en drinken, te veranderen. Een orthodontist adviseert u een logopedische behandeling te starten als de werking van een beugel teniet wordt gedaan door de kracht van de tong bij het slikken.

Onderzoek

Wij observeren de houding van de lippen en de plaatsing en de beweging van de tong bij het slikken en praten. Er is sprake van afwijkend mondgedrag als de tong beneden in de mond ligt en de lippen steeds geopend zijn en/of tegen de tanden duwt tijdens het slikken.

Therapie

Heel belangrijk is dat de plaatsing van de tong achter de boventanden geoefend wordt en dat daarbij de lippen gesloten blijven. Ook wordt het slikken met de juiste tongpuntplaatsing en beweging geoefend, zodat de tong tijdens het slikken niet meer tegen de tanden aanduwt of tussen de tanden naar voren beweegt. Wanneer er nog geduimd wordt, soms is dat nog steeds aanwezig, dan wordt dit ook aangepakt. Komt tijdens het spreken de tong te veel tegen of tussen de tanden, dan moet dit ook behandeld worden, om zo de tongpuntplaatsing bij het spreken achter de tanden (op de alveolairrand) te oefenen.

Rol van de ouders

Het veranderen van een sterke gewoonte vraagt tijd, geduld en aandacht. De ervaring leert dat de steun van de ouders bij deze therapie belangrijk en noodzakelijk is. U helpt door thuis de oefeningen te doen en om geheugensteuntjes te geven zodat uw kind er meer aan gaat denken.

Leeftijdsgroep: pubers

Stemproblemen ontstaan op verschillende manieren. Bij pubers bijvoorbeeld door te veel, te lang en/of te hard praten in de klas of tijdens het sporten en uitgaan. Hierdoor ontstaan er spanningstoename en vermoeidheid in de spieren die bij het stemgeven gebruikt worden.

Om de oorzaak van de stoornis te vinden, proberen we een duidelijk beeld te krijgen van:

  • de mogelijkheden van de stem. Hoe is het strottenhoofd gebouwd met al zijn spieren en de stemplooien?
  • de eisen die aan de stem gesteld worden tijdens de dagelijkse bezigheden, zoals veel en luid praten met andere kinderen.
  • hoe stem gegeven wordt? Hoe is de techniek van stemgeving waarbij het hele lichaam meedoet?
  • de invloeden uit de omgeving zoals veel omgevingslawaai, droge lucht en slechte akoestiek.

Onderzoek

Door een stemonderzoek krijgen we een duidelijk beeld van hoe een stem klinkt en wat de stem doet wanneer deze op verschillende manieren gebruikt wordt. Daarnaast is het de vraag hoe de stem verandert wanneer deze op een andere manier wordt aangestuurd. Ook kijken we naar de houding, de ademhaling, de spreekmanier en het spreektempo. Al deze aspecten werken op elkaar en op de stem in.

Analyse van andere factoren die meespelen, zoals het omgevingsgeluid, een droge lucht enzovoort is belangrijk om daarvoor mogelijke oplossingen te zoeken.

Therapie

De onderzoeksuitkomsten bepalen waaraan we aandacht gaan besteden:

  • houding
  • ademhaling
  • ademverdeling
  • het stemgeven met hoeveel spanning wordt er gepraat
  • spreektempo
  • spreekluidheid
  • spreektoonhoogte
  • de steminzetten
  • wijze van articulatie
  • intonatie/prosodie (de klemtoon, het ritme, het accent en de melodie tijdens het praten)

Belangrijk is dat er (weer) een stemgeving met de juiste spierspanning wordt aangeleerd, om zo de stemklachten te verminderen. Tijdens de behandeling wordt er naar gestreefd dat de stem zo helder als mogelijk klinkt en makkelijk en soepel kan variëren in toonhoogte, klankkleur en luidheid.

De rol van de ouders

Ouders spelen, ook bij pubers, een belangrijke rol bij het stimuleren van het thuis herhalen van de stemoefeningen. Wij vragen  aan ouders soms ook om hun kind te begeleiden door aan te geven wanneer er door hem of haar te hard gepraat of geschreeuwd wordt.

Leeftijdsgroep: pubers

Lezen is zo belangrijk in een mensenleven dat er al in groep 1 en 2 van de basisschool aan de voorwaarden wordt gewerkt. Voor het leren lezen zijn bepaalde vaardigheden noodzakelijk die we ‘fonologisch bewustzijn’ noemen. We bedoelen hiermee dat kinderen klankgroepen en afzonderlijke klanken in woorden kunnen onderscheiden en daarmee kunnen spelen. Door het fonologisch bewustzijn leren kinderen bijvoorbeeld ‘hakken en plakken’. Dit leren de kinderen alleen maar door naar woorden te luisteren, met andere woorden het is een auditieve vaardigheid. Deze auditieve vaardigheid is een aspect dat bij de taalontwikkeling van een kind hoort.

Automatiseren

Wat het lezen ook zo ingewikkeld maakt, is dat een klank die u uitspreekt gekoppeld moet worden aan een teken, een bepaalde letter. Deze letter moet u weer heel snel kunnen omzetten in een klank en dat ook in woorden en zinnen. Hierbij is het automatiseren heel belangrijk. Automatiseren wil zeggen dat u zonder na te denken een klank die u ziet, uitspreekt. Het is geautomatiseerd als het binnen 5 seconden gebeurt. Dit proces is ingewikkeld en voor sommige kinderen heel moeilijk om onder de knie te krijgen. Als dit moeizaam gaat, verloopt het leren lezen ook moeilijk. Het snel oproepen van de verschillende klanken door een geschreven woord kan voor een kind zo moeilijk zijn, dat uiteindelijk het lezen zo veel energie vraagt dat het begrijpen van de tekst daardoor vermindert. Als dit proces, het leren lezen en daarnaast ook het leren schrijven, de spelling, zeer langdurig moeizaam gaat, kan er sprake zijn van dyslexie.

Onderzoek

Leren lezen

Leren lezen begint bij kinderen met luisteren en daarom onderzoeken we verschillende auditieve vaardigheden om een goede indruk van de leesvoorwaarden en het leren lezen te krijgen. Omdat voor het lezen de oproepsnelheid van bijvoorbeeld tekens, dus de vaardigheid om te kunnen automatiseren, ook van belang is onderzoeken we ook het auditief geheugen.

Begrijpend lezen

Bij het lezen is het natuurlijk belangrijk dat de lezer begrijpt wat er wordt bedoeld. Als er een vraag is waarom het begrijpend lezen moeizaam gaat, nemen we naast een fonologisch onderzoek ook een taalonderzoek af. Op die manier kunnen we vaststellen of er problemen zijn in bijvoorbeeld de woordenschat, die belangrijk is bij het begrijpend lezen.

Therapie

Aan de hand van de onderzoeksresultaten bepalen we wat en hoe we gaan behandelen. Er zijn verschillende therapieën. Een therapie kan gericht zijn op het goed leren luisteren, zodat een kind meer kan spelen met de spraakklanken en leert hakken en plakken. We gebruiken daar wel letters bij, zodat uw kind gelijk ondersteuning krijgt door te kijken naar een letter. Als uw kind al wat kan lezen, wordt in overleg een andere manier gekozen uit de verschillende behandelmogelijkheden.

Rol van de ouders

Verschillende oefeningen zullen thuis herhaald moeten worden, maar steeds weer zal de boodschap aan u meegegeven worden dat het lezen leuk moet blijven. Iedere leesmoment is fijn en moet beloond worden, ongeacht hoeveel fouten er ook worden gemaakt en hoe moeizaam het gaat.

Leeftijdsgroep: basisschoolkinderen

Wanneer iemand met een nasale klank praat, klinkt dat opvallend anders. Enkele klanken maken we nasaal omdat dat zo hoort, dat zijn de /m/n/ en /ng/. Als andere klanken met lucht door de neus gemaakt worden dan klopt dat niet.

Het kan een enkele klank zijn die uw kind anders maakt door lucht door de neus te laten gaan. Maar het kan ook zijn dat uw kind onverstaanbaar spreekt. Een heleboel klanken worden zo gemaakt dat het een brij wordt, omdat er te veel lucht door de neus ontsnapt. De reden voor nasaliteit kan zijn dat de gehemeltespieren van uw kind niet sterk en beweeglijk genoeg zijn. Hierdoor is er geen goede afsluiting van de neusholte en ontsnapt er lucht door de neus, wat maakt dat het praten van uw kind nasaal wordt. De neus klinkt als het ware mee in het praten. En dat horen we maar al te goed.

Onderzoek

We onderzoeken of er bij uw kind bij ‘niet nasale klanken’, zoals de /p/b/s/z/ lucht door de neus ontsnapt. Dat wordt eenvoudig gedaan door een spiegeltje onder de neus van het kind te houden om te kijken of deze beslaat doordat er lucht door de neus ontsnapt bij het uitspreken van klanken en bepaalde woorden. Ook kan er voor gekozen worden om de gehele uitspraak van het kind te onderzoeken om te horen welke klanken hij/zij wel of niet goed maakt en/of vervangt door andere klanken. Dit wordt dan geanalyseerd.

Therapie

Als er inderdaad klanken nasaal worden gemaakt, gaan we oefeningen doen waarbij de spieren van het gehemelte op een zodanige manier worden bewogen dat het gehemelte de neusholte goed kan afsluiten. Deze oefeningen versterken de gehemeltespieren en maken ze beweeglijker. Een voorbeeld van deze oefening is het zuigen. Daarnaast is het heel belangrijk om de klanken die nasaal gemaakt worden in woorden te oefenen, zodat de gehemeltespieren leren soepel en voldoende te bewegen waardoor de woorden goed gaan klinken. Deze oefeningen doen we zo speels en leuk mogelijk. Maar soms vraagt het veel uithoudingsvermogen van kinderen om dit te doen. De spieren in het gehemelte kunnen soms heel lui zijn. En dan kost het veel kracht om de neus af te sluiten.

De rol van de ouders

De oefeningen die tijdens de therapie gedaan worden, moeten iedere dag herhaald worden. Het is een spiertraining gekoppeld aan de verschillende woordjes, later zinnetjes en uiteindelijk het gewone spreken. Erg belangrijk is dat u als ouder het leuk blijft vinden en aangeeft dat u het knap vindt dat uw kind dit allemaal leert.

Leeftijdsgroep: basisschoolkinderen

De vraag “Praat je kind nog niet?” kan zo’n vervelende vraag zijn, die veel zorgen oproept. Inderdaad kan het soms heel lang duren voordat een kind gaat praten. En waarom dit gebeurt is vaak onbekend. Ook de wetenschap heeft daar geen antwoord op. Rond twee jaar wordt verwacht dat een kindje al twee woordjes in een zinnetjes gebruikt, waarbij nog uitspraakfouten te horen zijn. Als dat niet zo is, dan is dat inderdaad zorgelijk en dat terwijl uw kind nog zo jong is. Wordt er dan aan logopedie gedacht? Niet altijd. “Mijn kind is toch te jong voor logopedie”, wordt vaak gezegd. Toch is het advies om naar een logopedist te gaan om uw kind te laten onderzoeken. Hoe eerder we beginnen met het stimuleren van taal, hoe beter het is.

Onderzoek

Er zijn er verschillende manieren om de taalontwikkeling bij een jong kind duidelijk in beeld te krijgen. Dit kan door vragenlijsten, waarin gevraagd wordt wat uw kind allemaal zegt en begrijpt. Het kan door middel van testen, waarbij uw kind spelenderwijs wordt uitgelokt om zo te zien wat hij of zij begrijpt en zegt. Ook zijn er observaties mogelijk, waarbij gekeken wordt naar hoe uw kind reageert tijdens spel. Steeds wordt er gekeken wat plezierig is en waar hij/zij zich goed bij voelt.

Therapie / uw rol als ouders

Wanneer blijkt dat er geen achterstand is, wordt er natuurlijk niet behandeld. Dat is heel eenvoudig en duidelijk. Wanneer er wel een achterstand is, bent u als ouder zeer belangrijk om uw kind op taalgebied te stimuleren. En het is heel belangrijk dat u met het kind blijft  communiceren en contact blijft houden. Al wijst uw kind naar dingen, pakt het u bij de hand om dingen te laten zien en antwoordt hij/zij doormiddel van een klank. Ook dat is een manier om dingen duidelijk te krijgen en dat moet beloond worden.

Wij geven ook advies over goede begeleiding. Daarnaast kan een logopedische behandeling opgestart worden, zodat op verschillende momenten door verschillende personen met het kind ‘gespeeld’ wordt om zo met taal bezig te zijn. We blijven de ontwikkeling van de taal van uw kind goed volgen.

Leeftijdsgroep: baby's of peuters

Ademhalingsproblemen kunnen invloed hebben op hoe iemand zich voelt. Veel en hoog in de borst ademen kan een vervelende benauwdheid oproepen die uiteindelijk hyperventilatie als gevolg heeft. Hyperventilatieklachten variëren van pijn in de borst, klamme handen, licht gevoel in het hoofd tot en met flauwvallen.

Onderzoek

Wij onderzoeken de ademhaling bij het bewegen en het spreken. Daarnaast lopen we een vragenlijst door om vast te kunnen stellen of er een grote kans op hyperventilatie aanwezig is.

Therapie

De behandeling richt zich op het leren ademen met een lage buikademhaling. Ook het spreken met een lage ademhaling wordt bij de behandeling aangeleerd. Als het nodig is, wordt datgene wat een hoge ademhaling oproept besproken. Juist dan wordt u aangemoedigd om in die bepaalde situatie(s) de lage ademhaling te gebruiken.

Leeftijdsgroep: jongvolwassenen/volwassenen

  • « Ga naar Vorige pagina
  • Pagina 1
  • Pagina 2
  • Pagina 3
  • Pagina 4
  • Pagina 5
  • Ga naar Volgende pagina »

Primaire Sidebar

Logopedieproblemen bij volwassenen/ouderen

  • COPD/Astma
  • SMTA bij spraakapraxie en ernstige afasie
  • Taalstoornissen/Afasie
  • Ademproblemen/hyperventilatie
  • Afwijkend mondgedrag
  • Spraakstoornissen/ Dysartrie
  • Stemstoornissen
  • Stotteren
  • Eet- en drinkproblemen
  • Neurologische ziekten

Logopediepraktijk Geldermalsen

Rijksstraatweg 64-111
4191 SG Geldermalsen
T 0345 – 57 55 33
M 06 54 71 17 75
E info@logopedie-geldermalsen.nl
Route Geldermalsen

Vestiging logopediepraktijk Waardenburg

De Koeldert 30
4181 CK Waardenburg
T 06 28 77 48 11
E info@logopedie-waardenburg.nl
Route Waardenburg

©2025 Logopediepraktijk Geldermalsen | Privacybeleid

webdesign: halfjuni.nl • webwerk